Roodkapje

Laatst las ik in een tijdschrift een beschrijving van een wandelworkshop rond het sprookje van Roodkapje. Elke keer wordt een stukje van het sprookje verteld en dan worden de deelnemers uitgenodigd om in tweetallen met elkaar te praten aan de hand van een aantal vragen.
Het sprookje gaat over een moeder, een dochter en een grootmoeder, drie generaties vrouwen. Je zou het een ‘coming of age’ verhaal kunnen noemen, waarbij de ontwikkeling van meisje tot vrouw centraal staat.

Ga niet van het pad af

Het is een oud  verhaal, herverteld door de gebroeders Grimm met een universele waarheid waar we nog steeds veel van kunnen leren. Roodkapje wordt door haar moeder op pad gestuurd om een mandje lekkers naar haar zieke grootmoeder te brengen, die in een huisje in het bos woont. Haar moeder zegt:
Ga er heen voor het te warm wordt, en als je het dorp uit bent, loop dan netjes en ga niet van het pad af, want anders val je nog en breekt de fles, en dan heeft grootmoeder niets.’ (…)
‘Toen Roodkapje in het bos was gekomen, kwam ze de wolf tegen. Maar Roodkapje wist niet dat het een gevaarlijk dier was en bang was ze al helemaal niet.’

kijk wat om je heen

Dan ontspint zich een gesprekje tussen hen, waarin het meisje vertelt waar ze naar toe gaat en waarom. Even later zegt de wolf:
 ‘Kijk, Roodkapje, wat een mooie bloemen overal, waarom kijk je niet wat om je heen? En heb je wel in gaten hoe heerlijk de vogels zingen? Jij loopt maar recht toe recht aan alsof je snel naar school moet en dat terwijl het hier vandaag zo verrukkelijk is.’
Vervolgens gaat Roodkapje van het pad af om tussen de bomen bloemen te plukken, terwijl de wolf rechtstreeks naar het huisje van oma gaat.

dwalen

In de wandelworkshop wordt hier de  vertelling van het sprookje afgebroken en worden de volgende vragen meegegeven.
Soms kun je het gevoel hebben dat je dwaalt in het leven, dat je niet weet of je de juiste weg gaat. Soms kun je ook contacten aangaan waarvan je niet weet of dat wel handig is. Hoe heb je gezocht op je levensweg en misschien ook, hoe heb je gedwaald in de dingen die je ondernam?’

verkeerde contacten

De laatste weken heb ik een aantal verhalen gehoord van jongeren, die verstrikt zijn geraakt in verkeerde contacten. Ik ben daar erg van geschrokken. Zij hebben ook van hun moeders (en vaders) de boodschap meegekregen om ‘niet van het pad af te gaan’, maar het is toch gebeurd. Die jonge mensen en hun families zitten nu met de brokken. De wolven van deze tijd zijn soms moeilijk te herkennen, in het echt niet en zeker niet als ze opereren via de social media. Wat opvalt is dat de jongeren niet beseffen dat ze een gevaarlijk spel spelen en dat ze al helemaal niet bang zijn, omdat ze denken dat ze de situatie nog in de hand hebben.

niet-pluisgevoel

Roodkapje staat symbool voor de naïeve jonge vrouw, die onbevangen in het leven staat, heb ik altijd gedacht. Wat me echter bij het herlezen van het sprookje opvalt, is de volgende passage als Roodkapje bij het huisje van grootmoeder aankomt.
‘Roodkapje was verbaasd dat de deur openstond en toen ze de kamer binnenkwam, vond ze het er zo vreemd dat ze dacht: ‘Wat vind ik het hier griezelig vandaag, terwijl ik hier anders zo graag ben.” 
Dit is een duidelijk voorbeeld van wat we ‘het niet-pluisgevoel’ noemen. Het wordt in de literatuur beschreven als een spontaan opkomend, alarmerend gevoel van alertheid en het resultaat van intuïtieve kennis. Het gaat over iets wat we wel weten maar soms pas later uit kunnen leggen. Wat als Roodkapje haar ‘niet-pluisgevoel’ serieus had genomen en gelijk 112 had gebeld of in ieder geval niet naar binnen was gegaan? Ik bedoel hier niet zoiets als ‘blaming the victim’, maar ik zoek naar het kantelmoment ook in mijn gesprek met jongeren.

INTUÏTIE serieus nemen

De vraag van de wandelworkshop over dwalen roept verhalen op. Ik zie dat ik soms omwegen bewandeld heb en dat het ook spannend en leuk kan zijn om nieuwe wegen te onderzoeken. Dat herken ik ook bij de jongeren, maar soms moet je achteraf bekennen dat je op een dwaalweg was. Als moeder wil ik natuurlijk voorkomen dat mijn kinderen gaan dwalen of erger, verdwalen, maar ze moeten hun eigen wegen vinden. Wat ik wel kan doen, is hun intuïtie helpen ontwikkelen, zodat ze de mooie praatjes van de wolven eerder doorzien. De Roodkapjes van nu hebben de verhalen en steun van andere vrouwen, moeders en oma’s meer dan ooit nodig om te leren luisteren naar hun intuïtie en te vertrouwen op hun eigen kracht.

Sprookjes van Grimm, Roodkapje
www.beleven.org/verhalen/grimm/

Michiel de Ronde, Dwalen in het sprookjesbos,
In: Tijdschrift voor begeleidingskunde, 2016, I

 

 

 

 

 

5 gedachtes over “Roodkapje”

  1. Goed verhaal. Denk je dat iedereen een werkend niet-pluis-gevoel heeft? Is het aangeboren of kan het ook ontbreken omdat het nooit is aangeboord en benoemd in de opvoeding?

    1. Clarissa Pinkola Estés, schrijft in haar boek ‘De ontembare vrouw als archetype in mythen en verhalen’ dat je ziel die intuïtieve vermogens bij je geboorte heeft meegekregen en dat je ze moet ontwikkelen. Zij zegt tegen de naïeve vrouw en de vrouw met het gewonde instinct:’oefen je in het luisteren naar je intuïtie, naar je innerlijke stem; stel vragen; wees nieuwsgierig; zie wat je ziet; hoor wat je hoort; en handel dan naar wat je weet dat waar is.'( p.82).
      Dus als antwoord op je vraag: helaas heeft niet iedereen een werkend niet-pluis gevoel maar kunnen mensen dat soms door schade en schande leren ontwikkelen.

  2. In de opleiding voor huisartsen wordt het niet-pluis gevoel actief geoefend. Ik vind dat mooi : een wetenschap die erkent dat intuitie een hoogstaand en noodzakelijk iets is.

  3. ‘Grootmoeder wat heeft u grote oren’,’dat is om beter te kunnen horen’ enzovoort. Tsja over het niet pluisgevoel gesproken waarvan je (soms achteraf) zegt: eigenlijk wist ik het wel, maar ik heb er niet naar geluisterd…en ….daarentegen is angst een slechte raadgever.
    Ik werd vroeger door mijn moeder ‘bang’ gemaakt omdat zij zelf een nare ervaring heeft gehad bij het bos in Austerlitz waar zij als meisje woonde, bij mijn zus had zij dat blijkbaar niet nodig gevonden. Desalniettemin ontwikkelde ik met de jaren een goed niet pluisgevoel op dat gebied, waardoor ik mezelf diverse keren uit situaties heb gered door naar mijn intuïtie te luisteren. Gaat het om keuzes maken welke weg ik zal inslaan, dan kunnen de externen me lekker aan het twijfelen maken, waardoor ik het kaf niet direct van het koren kan scheiden, dan wordt luisteren naar mijn gevoel ineens een stuk moeilijker. Makkelijker vind ik het om anderen goed te beluisteren en hen er op attent te maken dat zij zelf het ‘antwoord’ soms al zelf hebben gegeven. Het verhaal van Roodkapje, wat een mooie metafoor zoals boven omschreven.

  4. Mooi verhaal en herkenbaar. Niet altijd gaan we af op het ‘niet pluis gevoel’. Denk ik dat ik wat flinker moet zijn. Maar ja, het is niet altijd even duidelijk!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.