Toen ik geboren werd, had ik al gelijk twee oudere zusjes. Ellen van drie jaar en Cora van 14 maanden. Bijzonder is dat eigenlijk, het gezin bestond al en ik kwam daar bij. Vier jaar later kwam er nog een broertje, Paul. Een gezin met vier kinderen wordt nu als groot ervaren, maar toen was dat ‘modaal’. Mijn oudste zus kreeg (onbewust?) toch wat meer verantwoordelijkheden toebedeeld. Cora was een buitenkind en ging haar eigen gang. Ik speelde graag thuis en eigenlijk was ik ook een beetje jongste kind als jongste meisje. Waar Ellen de confrontatie aanging, ging Cora stilletjes haar eigen gang. Ik gedroeg me als het bijdehandje en zorgde niet voor problemen.
geen eigen kamer
Ellen en Paul kregen een eigen kamer, maar Cora en ik hebben heel onze jeugd een kamer gedeeld. Als je zo verschillend bent als wij zijn, is dat niet altijd een pretje. Met mijn zussen heb ik weinig samen gespeeld. Ieder van ons had haar eigen vriendinnetjes. Alleen als we op vakantie waren, trokken we wat intensiever met elkaar op. We zijn alle drie rond ons 18e jaar uit huis gegaan en woonden verspreid over het land. Toen we kinderen kregen, trokken we weer wat meer naar elkaar toe.
zussendag
Rond mijn veertigste jaar ging ik opleidingen doen waarbij de eigen biografie uitgangspunt was. Ik ging nadenken over mijn jeugd en besefte hoeveel impact mijn gezin van herkomst heeft op hoe ik in het leven sta. Ik werd nieuwsgierig naar hoe mijn zussen hun jeugd hadden ervaren. Daarom stelde ik voor om een Zussendag te houden en een keer met elkaar te gaan wandelen.
De eerste keer dat we met elkaar spraken over vroeger thuis vond ik erg spannend. Zouden zij over vroeger willen praten, klopten mijn herinneringen wel? Natuurlijk kwam er ook oud zeer naar boven. Ellen beklaagde zich dat zij als kind altijd de zware gietijzeren braadpan af moest drogen, omdat zij de oudste was. Zelfs toen wij net zo oud werden als waarop zij het al moest doen! Cora en ik lagen slap van het lachen omdat Ellen nog steeds heel verongelijkt klonk. Ik had last gehad van het feit dat ik de jurkjes van mijn zussen af moest dragen die moeder met engelengeduld vermaakte. Zo hebben we alle drie onze deuken opgelopen, kleine en helaas ook grotere.
verbonden
Vanaf die tijd planden we elk jaar een Zussendag. Als meisjes wilden we ons graag onderscheiden van elkaar, nu we ouder werden, zochten we meer naar wat ons verbond. Het werd steeds gewoner om met elkaar te praten over onze partners, kinderen en de mooie en moeilijke kanten van ons huidige leven. Onze ouders werden ouder en in plaats van dat zij voor ons zorgden, werden de rollen nu omgedraaid. En ook nu nam Ellen als oudste haar rol serieus en is zij bespreekbaar gaan maken dat onze moeder wel erg veel vergat en bij het koken steken liet vallen. Moeder nam haar dat niet in dank af en noemde haar een poosje de ‘grootinquisiteur’. Groot was onze ontzetting toen Ellen in 2009 onverwacht op de Intensive Care terechtkwam met een aneurysma en na tien dagen overleed, 51 jaar jong. We missen haar enorm.
Zusbroerdag
Zussen, ik had er twee. Vaak weet ik niet of ik moet zeggen: ‘ik heb of ik had twee zussen’. Als mijn man zegt: ‘je zus heeft gebeld’, dan is er geen vergissing mogelijk. En de Zussendag, daar wisten we ook niet zo goed raad mee. We hebben af en toe nog een uitstapje gemaakt met zijn tweeën, maar het was het niet meer.
Onderweg naar Santiago de Compostella kwam ik ook geregeld broers en zussen tegen die samen op stap waren. Toen ik terug was, heb ik mijn zus en broer uitgenodigd voor een ‘Zusbroerdag’. In augustus gingen we een dag aan de wandel. Ook deze eerste keer in deze samenstelling hebben we weer onze jeugdherinneringen gedeeld. Het leek wel een spelletje: ‘ zoek de verschillen’. Paul zegt dat hij zich nooit buitengesloten gevoeld heeft door de Zussendag maar deze Zusbroerdag smaakt ook voor hem naar meer. Zussen en broers, het is niet altijd een gemakkelijke relatie, maar om met Jaap Jongbloed te spreken:
‘ze kunnen niet gemist worden’.
Hoe ga jij om met je zussen en broers? Is dat veranderd nu je ouder bent?
Ons gezin was van eenzelfde samenstelling en ook ik was het jongste zusje. En net als jij, Rita, verloor ik een zus. Met mijn oudste zus kon ik het vroeger minder goed vinden. Ik trok veel meer op met mijn nu overleden zus. We waren “van dezelfde slag”. Je kunt je voorstellen dat ik haar (zelfs na 12 jaar) nog ontzettend mis. De band met mijn oudste zus is echter heel erg ten positieve veranderd. Wellicht door het ontbreken van één van ons, wellicht door de zorg, die we hebben om onze moeder, wellicht doordat het contact met onze broer verloren is gegaan. Wie zal het zeggen? Feit is dat we elkaar veel beter begrijpen en dat we veel meer op één lijn blijken te zitten, dan we ooit hebben gedacht. Dat is fijn en ik koester dat. Want wat is het waardevol om nog een zus te hebben!
Wij zijn ook met drie zussen en een broer en na het overlijden van de ouders hadden we een zussenbroer weekend tot de broer afhaakte en wij zussen alleen verder gingen. Ondanks dat we heel verschillend zijn was het altijd heel fijn en gezellig. Tot onze zoon overleed toen haakte ook mijn oudste zus af, we waren te verschillend zei ze. Het contact met die zus is weer goed maar het is wel anders. Met zus twee is de band alleen maar sterker geworden. Soms denk je elkaar te kennen.
Je bent zo kwetsbaar in de relatie met je zus. Je kunt ook zo verschillend zijn. Ik heb het gevoel dat ik bij mijn zus de bloedband voel en onvoorwaardelijk weet dat mijn zus altijd mijn zus zal zijn, wat er ook gebeurt. Nu onze ouders oud en afhankelijk worden is het fijn samen te overleggen, samen naar de notaris en de belastingadviseur te gaan, samen hen rond te leiden in het verzorgingshuis enz. Zo verwerken wij de nieuwe levensfase waar we in terecht gekomen zijn. Alleen zij heeft de zelfde ouders als ik. We praten over onze ervaringen met onze ouders, we herkennen de overeenkomsten en we leren van de verschillen. We kunnen elkaar opvangen als we er verdrietig door worden en we kunnen onze angst voor het verlies dat komen zal delen.
Ben het helemaal met de vorige spreekster eens. 🙂
Het voelt zo vertrouwd om met je zus zaken te bespreken rondom je ouders…We hebben altijd een goede band gehad…Maar door de ontwikkelingen met onze ouders is dat nu nog meer…We hebben de zelfde ouders en weten van elkaar hoe we in dit contact staan…We begrijpen elkaar hierdoor al met een half oor!
Zo blij en dankbaar dat we dit kunnen delen!
Enkele weken geleden vierde mijn schoonzus haar 65ste verjaardag. De feestruimte was de werkplaats van mijn enige broer. Op een gegeven moment hingen mijn vier zussen en ik aan een statafel en kletsten dwars door elkaar heen. We lijken nauwelijks op elkaar. Hebben allemaal andere interesses en onze leefstijl verschilt. Toch zei een buitenstaander: “jullie moeten wel zussen zijn, voor iemand anders is dit niet te volgen”. We grijnsden maar eens naar elkaar. En dat terwijl onze ouders al 35 jaar geleden zijn overleden.
Ook ik kom uit een gezin van 4 kinderen. Twee oudere zussen en een broer en zelf ben ik de jongste. Door het redelijk grote leeftijdsverschil met mijn zussen speelde ik als kind veel met mijn broer, die ruim 4 jaar ouder was. Mijn zussen daarentegen hadden veel aan elkaar. Mijn zussen waren 7 en 10 jaar ouder dan ik. Toch hadden we een hele goede band met elkaar. Doordat ik een zorgen kindje was, had ik “drie moeders”. Later werd dat anders, mijn zussen en broer trouwden en gingen uit huis en zelf bleef ik alleen achter bij mijn ouders. Na mijn huwelijk werd het anders, kreeg ik veel meer contact met mijn zussen en hun gezinnen, dan met mijn broer. Jarenlang is dat zo geweest. We zagen elkaar op de verjaardag van mijn moeder en verder niet zo vaak. Om altijd de jongste te zijn, is lang niet altijd gemakkelijk geweest. Je werd lang niet altijd serieus genomen. Naar mate we ouder werden, werd het contact intensiever. Ook wij stelden een zussendag in en zelfs een nichtendag. Daar heb ik goede herinneringen aan. Helaas is mijn oudste zus Han vorig jaar plotseling overleden op 68 jarige leeftijd. Zomaar ineens, na een zwaar leven met veel pijn. We zijn nu nog met ons drieën over samen met onze hele oude moeder. Onze vader is al overleden in 1993. Het is een gemis en een groot verdriet dat niet te vatten is. Ook al verschillen we behoorlijk onderling, we hebben nu alle drie een goed contact met elkaar en dat is fijn. We doen zoveel mogelijk voor onze moeder en leven door in de geest van onze oudste zus. We mogen weten dat het goed is nu met haar.