Daar zitten we dan met z’n drieën bij de notaris, mijn zus, mijn broer en ik, drie weken na het overlijden van onze vader. Het voelt voor mij, of we door het tekenen van de akte van erfrecht nu officieel erkend worden als wezen en als erfgenamen, dat laatste samen met de twee zonen van onze oudste zus, die overleden is.
Gedrieën gaan we daarna naar het huis van onze vader en eten een broodje aan zijn eettafel, met zijn borden en bestek. Voor het eerst zonder hem, het huis is nog helemaal intact maar de ziel is er nu al uit.
loslaten
Het huis van je overleden ouders leeg halen voor de verkoop, hoe doe je dat? Meer nog, wat doet het met je? In mei van dit jaar hebben we al veel samen met m’n vader opgeruimd omdat we de woonkamer en slaapkamer laten witten en behangen, als hij een weekje op vakantie is. Nu is het anders, degene die deze spullen bij elkaar hield en zin gaf, is er niet meer. Mijn zus en ik duiken in de kledingkasten op de slaapkamer. Energiek stopt mijn zus de kleding in plastic zakken voor de weggeefwinkel, kleding waarvan ik nog precies weet, wanneer ik die met hem gekocht heb. Ik besluit me maar aan de laden en planken in het kantoortje te wijden. Hangmappen met documentatie, een oude inbraak, een aanrijding, handleidingen van spullen die er niet meer zijn. Het meeste kan weg, een aantal mappen administratie gaan mee naar huis. Ondertussen haalt mijn broer de levensmiddelen uit de keukenkastjes en de koelkast.
heilige grond
Wij zijn niet de enigen die schroom voelen bij het opruimen van de spullen van onze ouders. Ik kwam het ook tegen bij Nicolaas Matsier en Leo Fijen, een gevoel dat je heilige grond betreedt, dat het een soort ongepast is. Matsier schrijft: ‘We trokken laden open en kastdeuren. We wierpen blikken op inhouden van laden en kasten. Nooit bedoeld geweest allicht om opeens bekeken te worden met de blik van een nabestaande. Het was nog maar het begin van een vreemde huiszoeking waarbij op den duur alles, letterlijk alles, aangeraakt en opgepakt en verplaatst zou worden’( 1)
En Leo Fijen schrijft: ‘Ik waande me aan de ene kant een voyeur die een kijkje nam in het persoonlijke leven van zijn ouders, wilde aan de andere kant niets wegdoen omdat ik dan het gevoel had het leven van mijn ouders in de vuilnisbak te gooien. Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen, dus stapte ik in de tijdmachine en zag het leven van mijn ouders aan mij voorbij trekken’. (2)
nalatenschap
Bij een aantal dingen is gelijk duidelijk voor wie ze bestemd zijn, mijn broer krijgt het schilderijtje van Schotland, mijn zus neemt de bestekcassette, ik krijg het bijbeltje van de oma van mijn moeder met de zilveren slotjes. We vragen de kleinkinderen wat ze willen hebben als aandenken, de één wil de koperen handbel, een kleinzoon heeft belangstelling voor de werkstukjes die opa gemaakt heeft in de werkplaats metaalbewerking bij Philips in de jaren 50, een ander voor zijn metalen gereedschapskist. Twee kleindochters kiezen een schilderij, een ander neemt de kunstbloemen.
Wat kan weg, wat niet. Over sommige dingen zijn we het gelijk eens, mijn zus gooit in één klap alle brillen van mijn vader in een vuilniszak. Mijn broer en de zwagers halen een week later de berging leeg en brengen zonder scrupules veel naar de stort. Er worden foto’s rond gestuurd van keukengerei, boeken en puzzels. Wie z’n hand opsteekt mag het hebben. Maar er zijn ook twijfelgevallen, de houten blauwe schoenpoetsdoos, de zoutpot met houten deksel, al die gewone dingen die ons huis een thuis maakten.
herinneringen aan moeder
Ik haal de verjaardagskalender van de muur in de slaapkamer, met in het handschrift van mijn moeder de meer en de minder verbleekte data van overwegend dode familie en vrienden. Recentelijk aangevuld door mijn vader met de namen van 10 achterkleinkinderen. Ik kan het (nog) niet over mijn hart verkrijgen om die weg te gooien. Ik vind kaarten en brieven uit vroeger dagen, liedjes die gezongen zijn op bruiloften en partijen en foto’s, enveloppen vol met foto’s, met daarop in mijn vaders karakteristieke handschrift: ‘Adri vóór 1955’(hun trouwdatum), ‘broers en zussen’, ‘eigen gezin’, ‘Caland LTS’ etc.
Wat me verrast zijn al de herinneringen aan mijn moeder die boven komen. Mijn ouders zijn 20 jaar geleden in dit huis gaan wonen. Niet lang daarna kreeg mijn moeder de diagnose Alzheimer. Mijn vader heeft jarenlang voor haar gezorgd tot het in 2009 te zwaar voor hem werd. Nu bij het opruimen van de kasten kom ik mijn moeder weer tegen. In haar 12-delige servies dat ze aangeschaft had voor de familie etentjes, in de Wedgwood petit four schaaltjes, de zilveren theelepeltjes en de bonboniere. Met een aantal zaken maak ik de brocanterie van het verpleeghuis weer blij. Gelukkig wil mijn dochter na wat aandringen de naaidoos van haar oma mee naar huis nemen.
nieuw leven
En dan komt het einde in zicht, dit is niet meer het huis van mijn vader. De meubels staan er nog, maar de persoonlijke spullen zijn weg, de makelaar heeft de Te-koop borden opgehangen. Einde en volgens Anselm Grün, Benedictijner monnik, de kans op een nieuw begin. Hij schrijft terug aan Fijen: ‘Het leven van kinderen wordt door de dood van ouders door elkaar geschud, dan herkennen we pas de levenskracht die schuilgaat in onze wortels. Het is aan ons om het voedende en krachtgevende te grijpen en het andere los te laten, daar kunnen we in dankbaarheid met ons eigen leven op antwoorden’.(3)
- Nicolaas Matsier, Gesloten huis, 1994, pagina 87
- Leo Fijen, Het jaar dat mijn vader stierf, briefwisseling met Anselm Grún, 2007,
pagina 112 en (3). pagina 115/116
Zo herkenbaar. Wat mij toen, en nu nog, kon ontroeren is dat de diverse spullen waar mijn ouders netjes en zorgzaam mee omgingen, en zorgvuldig bewaarden..de dag na hun overlijden ” geen waarde” meer hadden. Wat waren zij tevreden.
Zeker, we hebben geprobeerd veel spullen een tweede leven te geven, toch is er ook veel weggegooid. Dan merk je dat we echt in een wegwerpmaatschappij leven.
Wat een mooi verstild in memoriam heb je geschreven Rita. De dankbaarheid voor wat er is geweest, alles is door jullie handen gegaan. Zo neem je stap voor stap afscheid. Fijn dat je dat samen met je broer en zus kon doen.
Ieder op zijn beurt maakt deze dingen mee. En bij iedereen kost het min of meer moeite om er een goed moment van te maken. Je wilt niet argeloos omgaan met hun spullen maar je moet er wel wat mee. Dus niet te veel achterom kijken. En geniet van wat je bewaart.
Mooi en heel herkenbaar, vooral het stuk over de herinneringen aan moeder die sterk aanwezig is op dat moment.
Wat gaat er in deze fase veel door je hoofd en je handen. Er komen dan weer talloze dierbare (maar ook ludieke) herinneringen boven. Maar het opruimen, samen met een broer en zus versterkt (meestal) ook de onderlinge band.
Mooi om te lezen hoe het jullie is vergaan tijdens dit proces.
Wonderschoon, Rita, ontroerend!
Je kunt mij niet genoeg schrijven ;-).
Het is fijn dat je dit met je zus en broer kon doen.
Ik heb ook met mijn zussen en broer het huis van onze ouders leeg gehaald, het had ook iets van verbondenheid om dit samen te doen.
Toen onze zoon overleed was ik de aangewezen persoon om in zijn privé spullen te kijken en dingen weg te doen, toen was er geen verbondenheid maar meer een gevoel van eenzaamheid
Lieve Wilh, het huis van je overleden zoon opruimen is smartelijk, dat gaat in tegen de orde der dingen. Hij wordt gemist.
Dag lieve Rita, wat een prachtig memoriam heb je geschreven over het heengaan van je vader. Het vervult me opnieuw met dankbaarheid dat mijn ouders beiden nog leven en aanwezig zijn bij mijn pensioendiner over 3 weken. Momenten om te koesteren….
Wat een mooi herkenbaar verhaal Rita! Zo voelde het ook voor mij toen we het huis van mijn ouders leeg moesten halen…
Wat een herinneringen hè! Heel veel sterkte!
Wat een indrukwekkend verhaal weer, Rita! Zo mooi en vanuit je hart beschreven. Het is zeker heel moeilijk om het huis leeg te halen. En al die herinneringen die weer boven komen, ook aan je moeder en Ellen. Fijn dat jullie het met elkaar gedaan hebben. De mooiste herinneringen blijven altijd! Liefs van Corry
Lieve Rita, wat beschrijf je dit proces mooi. En herkenbaar. Al die heel gewone spullen, die er soms al waren toen je nog kind was, roepen zoveel herinneringen op. Moeilijk, maar onontkoombaar om alles weg te doen.
Lieve Rita,
Prachtig beschreven. Je voelt het gemis.
Voor iedereen zo herkenbaar, omdat we er allemaal vroeg of laat mee te maken krijgen.
Blijf schrijven, want dat is jouw kracht!!
liefs, Cock en Ria
Zo herkenbaar, Rita. Geconfronteerd worden met gewone spulletjes van lang geleden. De verwondering dat die bewaard zijn gebleven. Met broers en zussen mijmeren over “toen” en met de volwassen blik van nu naar het verleden kijken. Je beschrijft het prachtig
Het moet gebeuren, maar het heeft iets heel ongemakkelijks.
Lieve Rita mooi geschreven over wat het met je doet het loslaten van de plek van en met je vader en je moeder. Vooral de laatste zinnen van jouw verhaal zijn voor mij ontroerend. Hilma
Je wil het niet maar toch moet je het doen. Alle herinneringen die voorbijkomen. Het doet pijn en heeft ook iets moois zeker als je het samen kan doen. De spullen die je meeneemt doen je steeds opnieuw terugdenken aan je ouders. Herinneringen blijven.
Mooi om te lezen.
Prachtig hoor Rita, het wees zijn/worden is een bijzondere volgende stap in het leven, confronterend tegelijkertijd, voor mij persoonlijk al weer heel wat jaren geleden, mooi gevonden ‘verweesd huis’ het strekt de lading helemaal wat mij betreft.
Sterkte met alle eerste keren na dit grote verlies en in je eigen proces daarin en fijn dat ik kon meelezen, het zet weer aan tot nadenken/ filosoferen, h.groet Cor
Wat een prachtig blog weer Rita. Na het overlijden van de tweede ouder is er ineens de confrontatie dat je geen kind meer bent, maar nu deel uitmaakt van de oudste generatie. En het gemis van het even contact hebben over de dagelijkse beslommeringen. Bij praktische problemen is hier de gevleugelde uitspraak: ‘even aan Ab vragen hoe hij dit zou aanpakken’.
Het is altijd fijn om je blog te lezen, vaak verwoord je dingen die voor mij nog geen taal hadden gevonden. Dank je wel.
Mooi verwoord, Rita.
Het is je toch weer gelukt om woorden te vinden waar bijna geen woorden voor zijn.